Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Want [de stad] doorgaande, en aanschouwende uw [48]heiligdommen, heb ik ook een altaar gevonden, op hetwelk [49]een opschrift stond: DEN [50]ONBEKENDEN GOD. Dezen dan, Dien gij [51]niet kennende dient, verkondig ik ulieden. 48. Grieks sebosmata; waardoor verstaan worden alle dingen waaraan, of waardoor enige godsdienst gepleegd wordt, als daar Zijn tempels, altaren, beelden en dergelijke. 49. Grieks in welken opgeschreven was. Van dit opschrift maken ook gewag enige heidense schrijvers, Pausanias, Laertius, en andere. 50. Namelijk is dit altaar ter ere opgericht. Die van Athene waren zozeer genegen om allerlei goden te dienen, dat zij niet alleen al de goden, die de andere heidenen hadden, dienden, maar vrezende, dat er nog ergens een onbekende God zou mogen zijn, dien zij niet dienden, zo hebben zij dien ook een altaar willen oprichten. 51. Of, onwetenden.